Een paar weken geleden zette ik de televisie aan en viel in een enthousiast betoog van pianist Mike Boddé.
Hij sprak over ‘stemkunstenaar’ Jaap Blonk, die ‘in het echt zo bedeesd was, maar op het podium niet.’ Ik bleef kijken en hoorde en zag Blonk (die erg op Memien Holboog lijkt).
Blonk zong een lied over een WOPPERT:
AFSCHUWELIJK.
Ik heb nog nooit zoiets gezien en gehoord. Maar ik genoot….
van de reacties van het publiek. Die jongen op min. 1: 04 bijvoorbeeld weet niet wat hem overkomt. Het meisje op min. 2:01 kijkt bloedserieus, alsof ze naar hoogstaande kunst zit te kijken. Op min 2.10 – 2.12 zie je een meisje dat HEEL ERG haar lachen niet kan houden, ze klapt voorover en slaat haar handen voor haar mond.
Een oprecht meisje – en zo zijn er meer in het publiek.
Erkenning voor Blonk zag ik overigens bij een omschrijving van een ander Jaap-Blonk-filmpje:
Paul Witteman wist ook niet waar hij moest kijken…
AARRRRGGH. Als ik in een erg masochistische bui ben zal ik volgende keer het geluid aan zetten. Die jongen op 1:04 is medeverantwoordelijk, want presentator.
Het mooiste moment was dat iedereen na afloop zijn instrument pakte met een duidelijke uitdrukking van: hèhèh, we mogen weer – dit is ook weer voorbij.
Jaap Blonk is bekend geworden door het vertolken van de Ursonate van Kurt Schwitters.
ehm ja. dat zag ik ook op google en zo. Maar eh, ja ook niet goed.