‘Als ik tussen de knappe, slimme, grappige mensen in zit, denk ik eerder: laat hen het maar doen. En als naast mij iemand een heel stevige mening heeft, doe ik een stapje terug. (..) Ik durf niet hardop te zeggen dat ik The Voice wil presenteren. Terwijl ik het dus wel kan. maar ik zég het dus niet. o nu heb ik het wel gezegd. Schrijf dan ook maar op. Nee niet doen! Ja of wel.’
De -randstedelijke- vrouwen die ik bovenstaand citaat (VARAgids 10, 2019) liet lezen, zeiden allemaal: ‘Typisch de opmerking van een vrouw.’ Vaak toegevoegd: ‘Herkenbaar, en ook wel jammer’.
Voorwaar, vrouwendag 2019 is achter de rug en we konden, zoals elk jaar weer lezen: vrouwen bluffen niet, mannen wel. Vrouwen moeten minder bescheiden zijn. Er moet een vrouwenquotum komen. En: vrouwen moeten aangemoedigd worden (NB dat impliceert dat vrouwen zwak zijn!). En: mannen moeten meedoen en ‘nee’ zeggen tegen het mannenpanel.**
Bovenstaande, erg onzekere, citaat is echter niet van een vrouw, maar van een Venloënaar, zanger en presentator Lex Uiting. ‘Goed zo, in de Randstad moet je je ambities uitspreken’ zegt de Amsterdamse interviewer Carolien Spaans vervolgens.
Er speelt sowieso bij bescheidenheid meer mee dan het man of vrouw zijn.
Organisatiepsycholoog Geert Hofstede (geb. 1928) onderzoekt culturen op verschillen.. En ook op masculiniteit (kort door door de bocht: veel nadruk op presteren, concurreren en geld verdienen). Nederland scoort laag op de dimensie masculiniteit en wordt daarom beschouwd als een feminiene samenleving. In feminiene landen is de balans werk-vrije tijd heel belangrijk, moet een manager niet autoritair zijn. Zijn mensen gelijkheid, onderhandelt men en sluit men compromissen. Conflicten gaat men liever uit de weg. Een feminiene samenleving betekent niet dat vrouwen er massaal aan de top staan, nee, het betekent dat vrouwelijke waarden/als vrouwelijk geziene waarden als bescheidenheid en compromissen sluiten in hoog aanzien staan. ***
Hofstede zelf vertelt over het verschil tussen de VS en Nederland dat hij ervaarde bij een sollicitatie bij een Amerikaans bedrijf:
Ik was beleefd en stelde me bescheiden op, zoals ik vond dat het hoorde. Ik wachtte af wat de ander me zou vragen om erachter te komen hoe goed ik was. Tot mijn verbazing vroeg hij zowat niets van wat hij zou moeten vragen. Hij wilde alleen wat heel technische dingen weten over mijn ervaring met het ontwerpen van gereedschap, waarbij hij Engelse termen gebruikte die ik niet kende. Ik begreep helemaal niet wat daar nu het belang van was; het waren dingen die ik, eenmaal in dienst genomen, binnen een week had kunnen oppikken. Na een half uur vol pijnlijke misverstanden zei hij: ‘Sorry, wij hebben een eersteklas man nodig.’ En ik stond weer op straat.
Zo zijn er heel wat factoren die voornoemde ‘bescheiden’ houding van bepaalde mensen op de werkvloer verklaart:
- Testosterongehalte (zie mijn stuk in NRC) dat nogal verschilt voor man en vrouw;
- De factor persoonlijkheid;
- Nederland als zeer feminien land: het bekende maaiveld en ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Voor wie het niet gelooft – ga maar eens naar de VS en zie hoe mensen daar bijvoorbeeld over geld praten;
- De kloof tussen de randstad en ‘de provincie’. Zie Uiting. Waarschijnlijk scoort de randstad hoger dan de provincie op de dimensie masculiniteit.
Deze opsomming is zeker niet uitputtend!
Lex Uiting gun ik een leuke loopbaan en leven – en volgens mij slaagt-ie al heel goed.
In het VARAgids-interview zei Uiting verder nog dat ‘mensen in de streek’ meer take it easy zijn; met hun baan, kinderen, een biertje en vooral tevredenheid. En dat in Amsterdam iedereen op zoek naar een beter huis, betere relatie, betere baan. ‘In Amsterdam is iedereen onzeker’.
Die zit!
Noten
** Al die gehanteerde clichés uit feministische – en pro-vrouwenquota-hoek boeien me mateloos. Ik moet namelijk de laatste jaren voortdurend aannemen dat er geen echte verschillen zijn tussen man en vrouw.
Kennelijk mag er NU, om de kennelijk toch wel bestaande verschillen, die er ook weer niet zijn (volgt u het nog?) te verkleinen, een clichébeeld van mannen en vrouwen worden opgeroepen, waar anders zo tegen gevochten wordt.
***Hofstede, G., Hofstede, G. J., & Minkov, M. (2010). Cultures and organizations:Â Software of the mind (Rev. 3rd ed.).New York: McGraw-Hill.
‘Waarschijnlijk scoort de randstad hoger dan de provincie op de dimensie masculiniteit.’
Zeker als je bijv. denkt aan de vastgoed/financiële wereld. Aan de andere kant zitten in de randstad juist de gendergekkies die bijeenkomsten als ‘Feminisme voor mannen’ organiseren. En de provincie kan juist met z’n stoere landarbeiders weer heel masculien zijn…
Uitstekende opmerking. Het zal inderdaad binnen een stad ook weer schelen… soms zelfs tot op wijkniveau. En persoonsniveau haha.
Er speelt veel.